Het bewijs in het burgerlijk proces

2015
S. Rutten en B. Vanlerberghe

Idem est non esse et non probari.
Zowel advocaten als magistraten worden dagelijks geconfronteerd met de bewijsproblematiek.


Het bewijs in het burgerlijk proces was de laatste jaren aan belangrijke evoluties onderhevig, zowel op wetgevend vlak, als in de rechtspraak.


De wetgever vereenvoudigde de bewijsgaring door de mogelijkheid van bewijs door overlegging van schriftelijke verklaringen alsook de advocatenakte in de wet op te nemen.


In de rechtspraak werden nieuwe inzichten omtrent de bekentenis, vertrouwelijkheid en onrechtmatig verkregen bewijs vastgelegd.


Als gevolg van de evoluerende rol van de rechter in de toepassing van het recht op de feiten, rijst in het kader van het bewijs de vraag naar de taakverdeling tussen rechter en partijen.


Kan de rechter ermee volstaan de door partijen aangeleverde bewijsmiddelen te beoordelen, of dient hij ook zelf bewijselementen te kwalificeren?

Ook de regeling inzake bewijslast blijft nieuwe vragen oproepen.


Is de bewijslast met name een statisch gegeven of dient deze steeds opnieuw te worden beoordeeld in het licht van de dynamiek van het proces?

De internationalisering van de samenleving en de grensoverschrijdende geschillen maken het thema van de grensoverschrijdende bewijsgaring ten slotte tot een thema dat elke rechtspracticus aanbelangt.


75

Auteurs
Editors : S. Rutten en B. Vanlerberghe
Auteurs : Cljmans Caroline, Couwenberg Ilse, Frankignoul Laurent, Hoc A, Maes Bruno, Mougenot Dominique, Van Schel Stijn, Vanlerberghe Beatrix, Vanlersberghe Patricia
Domein : Recht
Bestelcode : 202143105
Jaar : 2015
Type : Boek
Aantal pagina's : 219
ISBN : 9789048620265
Onderdeel van de reeks : ICGR / CIDJ

La répartition des tâches entre parties et juge en ce qui concerne la preuve
PARTIE 1: LES RÈGLES RELATIVES À LA PREUVE DANS LE CADRE DU PROCÈS CIVIL
I. La délimitation des faits à prouver
II. La recherche des preuves
III. La qualification juridique des preuves
IV. L’appréciation des preuves


PARTIE 2: LES PARTIES PEUVENT-ELLES FAUSSER LES RÈGLES LÉGALES RELATIVES À LA PREUVE?
I. Cause du litige et détermination des faits à prouver
II. Recherche des preuves
III. La qualification juridique des preuves
IV. L’appréciation des preuves


De bewijslast in het licht van de dynamiek van de burgerlijke procedure
I. Inleiding
II. Begripsbepaling
III. De stromingen binnen de Belgische rechtsleer omtrent de toepassing van de regels inzake de bewijslastverdeling
IV. De houding van de tegenpartij inzake bewijs
V. Besluit


Bewijsvergaring in de Europese Unie
I. Inleiding
II. Procedure voor de “lokale” Belgische rechter tot bewijsvergaring, bestemd voor een procedure in een andere EU-lidstaat
III. Procedure voor de Belgische bodemrechter tot bewijsvergaring, uit te voeren in andere EU-landen
IV. Besluit


Les attestations écrites
I. Introduction
II. Genèse du texte
III. Régime général
IV. Questions particulières
V. Première évaluation et prospectives
VI. Conclusion


De gerechtelijke bekentenis
I. Inleiding
II. Begripsomschrijving en kenmerken
III. Toelaatbaarheid als bewijsmiddel
IV. Wie mag een gerechtelijke bekentenis afleggen en onder welke vorm?
V. De gerechtelijke bekentenis door een advocaat zonder mandaat
VI. De taak en houding van de rechter
VII. Algemeen besluit


Vertrouwelijkheid en bewijs
I. De bescherming van het privéleven en het bewijs in de rechtspraak van het EHRM (Beatrix Vanlerberghe)
II. Het recht op bewijs versus het recht op privéleven: een delicate belangenafweging voor de wetgever en de rechter (Stefan Rutten)
III. Besluit


Het lot van onrechtmatig (verkregen) bewijs: tempt me not …
I. Inleiding
II. Onrechtmatig (verkregen) bewijs in strafzaken: van dogmatisme naar pragmatisme
III. Onrechtmatig (verkregen) bewijs in civiele zaken: willen wij de waarheid?
IV. Slot


 

Idem est non esse et non probari.
Zowel advocaten als magistraten worden dagelijks geconfronteerd met de bewijsproblematiek.


Het bewijs in het burgerlijk proces was de laatste jaren aan belangrijke evoluties onderhevig, zowel op wetgevend vlak, als in de rechtspraak.


De wetgever vereenvoudigde de bewijsgaring door de mogelijkheid van bewijs door overlegging van schriftelijke verklaringen alsook de advocatenakte in de wet op te nemen.


In de rechtspraak werden nieuwe inzichten omtrent de bekentenis, vertrouwelijkheid en onrechtmatig verkregen bewijs vastgelegd.


Als gevolg van de evoluerende rol van de rechter in de toepassing van het recht op de feiten, rijst in het kader van het bewijs de vraag naar de taakverdeling tussen rechter en partijen.


Kan de rechter ermee volstaan de door partijen aangeleverde bewijsmiddelen te beoordelen, of dient hij ook zelf bewijselementen te kwalificeren?

Ook de regeling inzake bewijslast blijft nieuwe vragen oproepen.


Is de bewijslast met name een statisch gegeven of dient deze steeds opnieuw te worden beoordeeld in het licht van de dynamiek van het proces?

De internationalisering van de samenleving en de grensoverschrijdende geschillen maken het thema van de grensoverschrijdende bewijsgaring ten slotte tot een thema dat elke rechtspracticus aanbelangt.


Anderen bekeken ook

Blijf op de hoogte van relevante informatie, recente publicaties en opleidingen.
Schrijf u in op onze nieuwsbrief.

Nieuwsberichten

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en nieuwe updates.