Binnen de complexe zorgcontext wordt van een zorgverlener verwacht steeds professioneel om te gaan met de cliënt en diens omgeving. Wanneer een fout gemaakt wordt tegen dit professioneel handelen, komen vragen rond de juridische kwalificatie van het ongeluk naar boven.

We kennen de krantenkoppen: jongen met een beperking verdronken in bad van de voorziening, baby overleden in crèche, peuter verwond door onthaalmoeder, bewoner van een woonzorgcentrum overleden teruggevonden na te zijn vergeten op het toilet, verpleegkundige 3 maanden arbeidsongeschikt nadat patiënt in psychose haar aanviel … Gaat het om ongevallen of kunnen deze incidenten worden gekwalificeerd als misdrijven, schadegevallen door fouten van derden of ongevallen verbonden aan het werk, het vrijwilligerswerk of de stage? Is dit het geval, dan zal het incident ook de juridische kwalificatie krijgen van respectievelijk strafrechtelijke aansprakelijkheid, burgerrechtelijke aansprakelijkheid en/of een arbeidsongeval.

Tijdens deze opleiding worden aan de hand van concrete casussen de nieuwe en bestaande regels rond aansprakelijkheid en arbeidsongevallen toegelicht. Bijzondere aandacht gaat naar de toepassing van boek 6 van het nieuw Burgerlijk Wetboek dat op 1 januari 2025 in werking treedt. Boek 6 heeft de regels rond de burgerrechtelijke buitencontractuele of aquiliaanse aansprakelijkheid hervormd. Zo werd onder meer het weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid van ouders vervangen door de foutloze aansprakelijkheid van ouders en adoptanten, maar ook van voogden en pleegouders, voor hun kinderen tot 16 jaar. Daarnaast zullen uitvoeringsagenten nu ook rechtstreeks door de schadelijder kunnen worden aangesproken (afschaffing quasi-immuniteit van hulppersonen). Aan de hand van relevante casussen worden de gevolgen voor de zorgsector in kaart gebracht.

Uiteraard is er ook ruimte voorzien voor vragen en interactie.