Taalinitiatie Nederlands | 1e – 6e leerjaar
Matti en Mona
Matti en Mona leren anderstalige of taalarme leerlingen de eerste stappen zetten in het Nederlands met herkenbare thema’s uit hun eigen leefwereld. Ontdek ook Matti en Mona kleuter.
- Multimediaal pakket
- Anderstalige en taalarme leerlingen
- Twee niveaus: kernwoordenschat (Matti) en uitbreiding (Mona)
Bekijk de video's
In deze afspeellijst ontdek je de sterktes van de methode en extra toelichting.
Blader door het materiaal
Je bekijkt hier een selectie van het lesmateriaal.
Bestel een ontdekpakket
Benieuwd naar een methode? Laat je contactgegevens na en we bezorgen je graag een gratis ontdekpakket op school.
Ontdek meer over Matti en Mona
Eerste stappen in het Nederlands
Matti en Mona is een multimediaal pakket om anderstalige kinderen in het lager onderwijs op een efficiënte manier de eerste stappen te laten zetten in het Nederlands. Matti en Mona is in de eerste plaats ontwikkeld voor de onthaalklas, maar kan ook perfect functioneren in andere situaties waarin je gefocust basistaal wilt aanbrengen en oefenen of ter ondersteuning van de klasleerkracht bij taalzwakke kinderen. De methode is dus niet gebonden aan een bepaald leerjaar, maar is wel in elk leerjaar inzetbaar.
De leerlingen maken zich samen met Matti en Mona de woordenschat en zinnen op een speelse manier eigen.
Aanpak
De aanpak van Matti en Mona is gebaseerd op de TPR-methode (Total Physical Response) van James Asher om een tweede taal te verwerven. Die methode vertrekt van de manier waarop kinderen hun moedertaal verwerven, namelijk leren al doende.
In het begin luisteren de leerlingen vooral, daarna komen ze spontaan tot spreken. Leerlingen worden gestimuleerd, maar niet geforceerd, om de opdrachten te herhalen. De leerlingen maken zich de nieuwe taal eigen door handelingen, spelletjes en ervaringen. In Matti en Mona is het heel belangrijk om spreekdurf te creëren in een ontspannen sfeer.
Diabolo
Er zijn per thema vier lessen, die samen het didactische Diabolo-model volgen:
Ontdekken (intro)
Elk thema start met een les waarin de woordenschat wordt aangebracht op een speelse manier, met het wekken van interesse.
Onderwijzen (midden)
Tijdens de tweede les wordt de woordenschat verwerkt, met de bedoeling zoveel mogelijk te variëren in werkvormen (bijvoorbeeld de lijst ‘Taalspelletjes’ uit de handleiding).
In les 3 worden de geleerde begrippen verankerd aan de hand van het werkboek. Dat werkboek kan ook gebruikt worden als huiswerk of als klaswerk voor leerlingen die in de reguliere klas verder kunnen oefenen.
Toepassen (outro)
Elk thema eindigt met les 4 waarin de woordenschat wordt toegepast in een andere context door een creatieve opdracht. Hierdoor wordt de woordenschat verder actief verankerd.
De duur van een les is telkens afhankelijk van de groep en de context en ligt dus nooit vast.
Twee niveaus
Matti staat voor niveau 1 (de kern):
- basiswoordenschat
- de nadruk op het auditief inoefenen zodat nog-niet-gealfabetiseerde kinderen onmiddellijk beginnen aan woordenschatonderwijs terwijl ze synchroon leren lezen en schrijven
Mona staat voor niveau 2 (uitbreiding):
- verdieping
- kinderen kunnen al enigszins lezen en schrijven
- leerlingen moeten de woorden in oefeningen technisch kunnen lezen en schriftelijk inoefenen
Matti en Mona is zo opgebouwd dat je zelf kunt kiezen of je in homogene groepen (leerlingen van niveau 1 en niveau 2 afzonderlijk) of in heterogene groepen (leerlingen van niveau 1 en niveau 2 samen) werkt. Daardoor:
- Wijzen de opdrachten zichzelf uit zodat het mogelijk is om diverse opdrachten uit beide niveaus te combineren.
- Hoef je uiterlijk dus geen onderscheid te maken tussen de twee groepen, jij weet als leerkracht zelf wie welke doelen moet nastreven. Zo kunnen bepaalde leerlingen meer woorden opnemen dan strikt voorzien en kunnen andere leerlingen de basisbegrippen nog eens herhalen.
Leerlingen gaan actief aan de slag in de klas, maar ook individueel en zelfstandig met auditief en visueel materiaal op Kabas. Zo oefenen ze de leerstof in of herhalen ze geziene woordenschat.
Digitaal op Kabas
- Klikverhalen
- Woordenschatoefeningen
- Digitaal beeldwoordenboekje
- Bordboek
- Opgeknipt lesmateriaal:
- Handleiding
- Correctiesleutel
- Verhaalplaten
- Woordkaarten
- Extra materiaal zoals kopieerbladen voor bingo, domino en ander spelmateriaal
Op papier
- Werkboek per blok
- Beeldwoordenboek per blok
- Handleiding van blok 1 tot 3
- Handleiding van blok 4 tot 7
- Verhaalplaten
- Woordkaarten
- Ganzenbord
Het materiaal is opgebouwd uit 7 blokken. In de eerste drie blokken zien de leerlingen de basiswoordenschat die noodzakelijk is om goed te functioneren op school en in de klas, en om zich daar ook goed te kunnen voelen. In de andere vier blokken zien de leerlingen woordenschat uit hun eigen leefwereld. Elk blok heeft verschillende thema’s en zijn eigen kleur. Er werd gekozen voor kleuren die gemakkelijk te benoemen en te begrijpen zijn. De 7 blokken in Matti en Mona zijn telkens opgebouwd uit een aantal thema’s. Je kan zelf kiezen op welk moment je welk thema inzet zodat je kunt aansluiten bij andere lessen:
- Blok 1: Kennismaking
- Blok 2: De school | De klas | De kleuren | De cijfers
- Blok 3: Een dag | De dagen van de week | De maanden van het jaar | De seizoenen | Het weer
- Blok 4: Het lichaam | De kledij | Familie | De gevoelens
- Blok 5: De voeding | Groenten en fruit | Winkels en verpakkingen
- Blok 6: De straat | Het vervoer | Ontspanning | De dieren
- Blok 7: Sinterklaas | Kerstmis