die Keure Educatief

JANUS

Geschiedenis in taal

Ben je gefascineerd door geschiedenis? Of net helemaal niet en leef je liever in het nu? In beide gevallen speelt het verleden een belangrijke rol in je leven, history geek of niet. Die rol uit zich in de manier waarop we leven en eten, de samenleving organiseren, onze waarden bepalen én spreken. Wist je dat je dagelijks wel eens verwijst naar geschiedenis in je uitspraken? Onze Nederlandse taal zit namelijk vol boeiende spreekwoorden, zegswijzen en beroemde quotes die al jaren- of eeuwenlang meegaan. Die bespreken kan een leuk en verrassend tussendoortje zijn in je les geschiedenis. Wij geven je alvast inspiratie: herken jij deze uitdrukkingen en beroemde citaten? En belangrijker, wisten je leerlingen al waar ze vandaan komen?

Het zwaard van Damocles

Je bent je aan het amuseren, maar je voelt dat er een soort onheil op komst is. In dat geval hangt ‘het zwaard van Damocles’ boven je hoofd. Die uitdrukking werd bekend door een oud verhaal van de Romeinse redenaar en filisoof Marcus Tulius Cicero die leefde van 106 tot 43 v.Chr. Hij hervertelde in zijn werk Tusculanae disputationes een verhaal over de tiran van Syracuse, Dionysius de Oudere (405-376 v.Chr.), en zijn vleiende hoveling Damocles. Dionysius ergerde zich aan het gevlei van Damocles, die altijd maar herhaalde hoe rijk zijn heerser was en hoe iedereen hem daarom benijdde. Daarom liet hij Damocles tijdens een groot feest eens in zijn schoenen staan. Als eregast genoot Damocles enorm van het feest, tot hij omhoog keek en een vlijmscherp zwaard aan een flinterdun paardenhaar zag hangen. Hij besefte dat het bij de minste beweging fout kon gaan. Na het besef zei Dionysius hem: “Nu weet je hoe het is om rijk en machtig te zijn.” Damocles verliet daarna snel het feest en leerde zo een belangrijke les: iemand met veel macht leeft dan wel in luxe, maar er hangt ook altijd een groot gevaar boven zijn of haar hoofd, zeker bij iemand die veel vijanden heeft.

Ik kwam, ik zag, ik overwon

Deze woorden sprak de Romeinse politicus, generaal en schrijver Julius Caesar in het Latijn uit in 47 v.Chr.: “Veni, vidi, vici.” Caesar schreef die woorden volgens de Griekse historicus Plutarchus in een brief aan een vriend. Hij verwees ermee naar zijn overwinning op Pharnaces II van Pontus in de Slag bij Zela. Met zijn zegespreuk wilde Caesar benadrukken dat hij amper vijf dagen nadat hij was aangekomen (veni) en vier uur nadat hij Pharnaces en zijn leger zag (vidi), hij hem al had overwonnen (vici).  Vandaag wordt het citaat bij ons nog veel gebruikt in het Latijn of Nederlands. Nu weet je ook waarvan het komt!

De teerling is geworpen

We blijven nog even bij Julius Caesar, want ook deze uitdrukking komt van hem. Je wil ermee zeggen dat een zaak, kwestie of het lot onverbiddelijk beslist is. Caesar zou de uitspraak “alea iacta est” (de teerling is geworpen) op 10 januari 49 v.Chr. gedaan hebben toen hij met zijn legermacht voor de rivier de Rubicon stond, de grens tussen wat toen Gallië en Italië was. De generaal twijfelde of hij zou oversteken, omdat hij met die oversteek een staatsgreep zou plegen als hostis (staatsvijand) en zo een burgeroorlog in het Romeinse Rijk zou ontketenen. Uiteindelijk koos Caesar ervoor om met zijn dertiende legioen toch over te steken. De woorden die Caesar uitsprak nadat hij met zijn troepen was overgestoken, werden bekend door de geschiedschrijver Suetonius in zijn werk Divus Iulius: “Eatur quo deorum ostenta et inimicorum iniquitas vocat. Iacta alea est.” (Laat ons gaan waarheen de tekens der goden en de kwaadwilligheid van onze vijanden ons roepen. De teerling is geworpen.) Na de oversteek brak er inderdaad een burgeroorlog uit die uiteindelijk vier jaar duurde.

De dans ontspringen

Als je aan een gevaarlijke situatie weet te ontkomen (meestal door een portie geluk), dan ontspring je de dans. Die uitdrukking gaat terug tot in de middeleeuwen waar men met de ‘dodendans’ in schilderijen, tekeningen en muziek een duidelijke boodschap wou overbrengen: niemand ontkomt ooit aan de dood, geen boer, paus, koning of vorst. Het woord ‘dans’ wordt dus beschouwd als ‘strijd’ of ‘de dood’. De Totentanz kwam veel voor in de Duitse taalgebieden in het Heilig Roomse Rijk vanaf de 13e eeuw. Maar het fenomeen kwam ook voor in oud-Nederlandse liederen of in Franstalige gebieden als la danse macabre. De boodschap was dat de dood uiteindelijk iedereen uitnodigt voor een dans: memento mori (gedenk te sterven). Wie de dans ontspringt, slaagt er dus wel in om aan problemen, het kwade, een ziekte of de dood te ontkomen. Vooral wie ernstige ziekten zoals De Zwarte Dood (1347-1352) of de Spaanse Griep (1918-1920) overleefde, ontsprong toen de dans.

Het onderspit delven

Deze zegswijze heeft ook een historische achtergrond en betekent net het omgekeerde van ‘de dans ontspringen’, namelijk aan het kortste eind trekken, de verliezende partij zijn of het slechtste deel van iets krijgen. Vroeger werd er bij het spitten van sloten of kanalen een onderscheid gemaakt tussen het bovenspit en het onderspit. De arbeider die het onderste spit moest klaarspelen, moest het hardste werken omdat de grond onderin vaster en dus lastiger weg te spitten was. De opdracht betekende bovendien ook lang werken in een gebukte stand. Tot slot moest de arbeider ook nog eens de losgemaakte aarde doorgeven naar boven, aan wie het bovenspit delfde. 

De klos zijn

Heb je pech en moet je iets vervelends doen wat lang duurt? Dan ben je duidelijk de klos. Een uitdrukking die vermoedelijk zijn oorsprong vindt in de touwslagerij. Vroeger werd touw in touwslagrijen gemaakt, meestal van hennep. De klos was daarbij een vast onderdeel in het proces, want die hield de verschillende draden samen. Wie bij de klos stond, moest vaak een heel stuk meelopen met het touw. Soms waren zulke lijnbanen meer dan driehonderd meter lang, waardoor de arbeider die ‘de klos was’ veel schoenzolen versleet. Zo was hij dus vaak de dupe bij het werk.

Mijn naam is haas

Hoorde jij ook al vaak de zin ‘Mijn naam is haas en ik weet van niks.’? De herkomst van die uitdrukking vinden we rond 1855 in Duitsland. Een rechtenstudent met de naam Karl Victor von Hase hielp in dat jaar een medestudent die iemand gedood had tijdens een duel
het land uitvluchten met zijn eigen persoonsbewijs. Zelf zei hij nadien tegen de autoriteiten dat hij zijn identiteitsbewijs verloren was. De gevluchte medestudent verloor kort daarna het bewijs in Frankrijk en belandde uiteindelijk terug in de universiteit van Heidelberg in Duitsland. Ook Victor werd daarbij op het matje geroepen. Hij moest voor de rechtbank verschijnen, maar wilde zich daar als aankomend jurist niet laten doen. Daarom gaf hij daar het antwoord: “Mein Name ist Hase, ich weiß von nichts.” Die woorden werden in Duitsland een bekend gezegde en nadien werd het ook in de Nederlandse taal overgenomen.

Dat komt voor de bakker

Met deze uitdrukking bedoel je dat iets in orde komt, maar wat heeft een bakker daarmee te maken? De uitspraak komt van een oud bakgebruik: vroeger kneedden de mensen soms zelf brood-, koek- of taartdeeg en brachten het als het klaar was in trommels naar de bakker die het voor hen bakte. In 1930 werd ook het toneelstuk ‘’t Is voor den bakker’ opgevoerd met cabaretier Louis Davids (1883-1939), wat ook zou bijgedragen hebben aan de bekendheid van de uitdrukking die we vandaag nog kennen.

Nog meer historische uitdrukkingen vind je op historiek.net.

Beleef de Dagen van geschiedenis 📜

Geef je geschiedenis in de 1e, 2e of 3e graad? Bezoek dan zeker de nascholing Dag van geschiedenis, georganiseerd door Eekhout Adademy:

  • Dag van geschiendenis voor de 1e graad
    Wanneer? Donderdag 12 oktober 2023, van 9u tot 16u30
    Waar? KU Leuven Campus Kulak Kortrijk (Etienne Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk) 
    Inschrijven
  • Dag van geschiedenis voor de 2e en 3e graad (Facetten van historisch denken)
    Wanneer? Donderdag 16 november 2023, van 9u tot 16u30
    Waar? KU Leuven Campus Kulak Kortrijk (Etienne Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk) 
    Inschrijven

Bezoek zeker onze stand en maak er kennis met onze methode geschiedenis voor de A-stroom, D- en D&A-finaliteit: Janus.

Beleef de geschiedenis met Janus

Janus is een actieve blended methode geschiedenis. De methode achterhaalt denkpatronen en levenswijzen van vroeger en koppelt ze terug naar vandaag en morgen op een activerende manier. Janus laat leerlingen geschiedenis echt beleven door geschiedenis te actualiseren, leerlingen historisch inzicht te laten verwerven en hen aan kritisch bronnenonderzoek te laten doen.