Luchtfoto's maken met een drone
Wil u graag van uw gemeente enkele luchtfoto’s of sfeerbeelden van uw evenementen maken? Met behulp van een drone kan u alles eens vanuit een prachtig en uniek perspectief tonen. Maar wat zijn de regels rond het gebruik van drones? Waarmee moet u rekening houden bij fotografie met drones? En kan iedereen zomaar een drone besturen? Ontdek hier alvast enkele nuttige tips:
5 tips
1/ De categorie van een luchtvaartuig voor het maken van luchtfoto’s is klasse 2. Dit wil zeggen dat de drone een laag risico vormt en een maximale opstijgmassa mag hebben van 5 kilogram.
2/ De bestuurder van de drone moet minstens 16 jaar zijn en een vliegattest of vliegbewijs bezitten. Hiervoor moet men een theoretische opleiding volgen (wetgeving luchtvaart, meteo, technologie, navigatie en privacy) en de praktijkkennis tonen. Het attest voor klasse 2 wordt afgeleverd door DGLV en is levenslang geldig.
3/ U mag gebruik maken van een drone in openbare ruimtes, maar hou wel rekening met volgende regels:
- De maximale hoogte is 45 meter is, dat is ongeveer gelijk aan de hoogte van een kerktoren. Uitzonderingen kan u aanvragen bij DGLV.
- U mag niet vliegen binnen een straal van 2,8 kilometer rond een luchthaven/ULM, een straal van 0,9 kilometer rond een heliport en binnen 30 meter rond een obstakel.
- Het is verboden goederen of personen te vervoeren, kunst- en formatievluchten uit te voeren en te vliegen op luchtverkeersroutes.
.png)
4/ Wat zijn de verplichtingen?
- U dient steeds de veiligheid in de lucht en op de grond te waarborgen.
- Hou altijd visueel contact met het luchtvaartuig.
- Vlieg niet in de wolken, ‘s nachts of bij slecht weer.
- Hou rekening met de privacy van anderen.
- Naast een vliegattest van de bestuurder dient u ook een registratiebewijs te hebben.
- Als bestuurder of waarnemer mag u niet onder invloed zijn van alcohol, drugs of geneesmiddelen.
5/ Welke documenten zijn verplicht?
- Van alle uitgevoerde vluchten moet een logboek/reisdagboek bijgehouden worden.
- Tijdens het vliegen moet u steeds uw identiteitskaart, attest van de bestuurder, het logboek, het bewijs van registratie, het attest van de verzekering en (indien nodig) de toelating van het BIPT en een licentie van het radiostation bij zich hebben.