Algemene beginselen van ambtenarentuchtrecht
In dit boek wordt veel aandacht besteed aan de algemene rechtsbeginselen, meer bepaald de beginselen van behoorlijk bestuur,die gelden voor alle tuchtoverheden, ongeacht het toepasselijk statuut. Daarnaast worden in dit boek een aantal rechtspositieregelingen ontleed. In een laatste hoofdstuk worden dan ook een aantal knelpunten opgesomd en aanbevelingen geformuleerd tot verbetering van de tuchtregelgeving.
Inhoudstafel
Hoofdstuk 1. Ambtenarentuchtrecht: begrip, bronnen, toepassingsgebied en juridische kwalificatie van de tuchtbeslissing
Hoofdstuk 2. Tuchtrecht versus strafrecht
Hoofdstuk 3. Tuchtmaatregelen versus ordemaatregelen, maatregelen van inwendige orde en verkapte tuchtstraffen
Hoofdstuk 4. Tuchtfeiten
Hoofdstuk 5. Tuchtstraffen en straftoemeting
Hoofdstuk 6. Bevoegde overheden
Hoofdstuk 7. Termijnen in tuchtzaken
Hoofdstuk 8. Tuchtprocedure en rechten van de verdediging
Hoofdstuk 9. Impact van bijzondere beschermingsregimes
Hoofdstuk 10. Preventieve schorsing
Hoofdstuk 11. Doorhaling van tuchtstraffen
Hoofdstuk 12. Intrekking van tuchtstraffen
Hoofdstuk 13. Bestuurlijke rechtsbescherming
Hoofdstuk 14. Rechtsbescherming door de Raad van State
Hoofdstuk 15. Eindconclusies en aanbevelingen
Reeks Administratieve Rechtsbibliotheek
Heeft u vragen over deze reeks? Mail naar abonnementen@diekeure.be.
Ingrid Opdebeek promoveerde in 1991 aan de Universiteit Antwerpen tot doctor in rechten met een proefschrift getiteld ‘Rechtsbescherming tegen het stilzitten van het bestuur’ en bekroond met de prijs van het Belgisch Instituut voor Bestuurswetenschappen. Zij is thans gewoon hoogleraar Bestuursrecht aan de Universiteit Antwerpen. Zij doceerde tevens aan de Vrije Universiteit Brussel en, in het kader van de haar toegekende Franqui-leerstoel, aan de Universiteit Hasselt. Haar onderzoek focust op beginselen van behoorlijk bestuur, rechtsbescherming tegen de overheid, handhaving en tuchtrecht tegenover ambtenaren. Zij is tevens advocaat aan de balie te Antwerpen.