Europees Sociaal Handvest, sociale rechten en grondrechten op de werkvloer / Charte sociale européenne, droits sociaux et droits fondamentaux au travail
Op 5 mei 1996 werd het herziene Europees Sociaal Handvest ondertekend in Turijn. Dit initiatief dat in dit tijdscharnier werd ontplooid, dient te worden gekaderd in een beweging om een deel van het Europeesrechtelijke patrimonium van mensenrechten nieuw leven in te blazen dat grotendeels onderbelicht bleef in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Twintig jaar later is deze beweging nog niet afgerond. Het lijkt wezenlijk dat alle leden van de juridische gemeenschap – academici, advocaten, magistraten, ambtenaren, of vertegenwoordigers van ngo’s of representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties – kennis kunnen nemen van een status quaestionis van de reeds afgelegde weg, maar ook van perspectieven voor de toekomst. Daarmee is de doelstelling van dit verzamelwerk gegeven, dat naast een aantal vragen met betrekking tot het Handvest als zodanig en met betrekking tot de daarin opgenomen grondrechten, de normatieve context van dit Handvest en enkele hete hangijzers van de bescherming van grondrechten op de werkvloer in de analyse betrekt.
Dit verzamelwerk is de tweetalige vrucht van een collectief onderzoeksproject dat in de schoot van de Belgische afdeling van het Academisch netwerk rond het Europees Sociaal Handvest en de Sociale Grondrechten (Réseau acade´mique sur la Charte sociale europe´enne et les Droits Sociaux) werd verwezenlijkt.
Op 5 mei 1996 werd het herziene Europees Sociaal Handvest ondertekend in Turijn. Dit initiatief dat in dit tijdscharnier werd ontplooid, dient te worden gekaderd in een beweging om een deel van het Europeesrechtelijke patrimonium van mensenrechten nieuw leven in te blazen dat grotendeels onderbelicht bleef in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Twintig jaar later is deze beweging nog niet afgerond. Het lijkt wezenlijk dat alle leden van de juridische gemeenschap – academici, advocaten, magistraten, ambtenaren, of vertegenwoordigers van ngo’s of representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties – kennis kunnen nemen van een status quaestionis van de reeds afgelegde weg, maar ook van perspectieven voor de toekomst. Daarmee is de doelstelling van dit verzamelwerk gegeven, dat naast een aantal vragen met betrekking tot het Handvest als zodanig en met betrekking tot de daarin opgenomen grondrechten, de normatieve context van dit Handvest en enkele hete hangijzers van de bescherming van grondrechten op de werkvloer in de analyse betrekt.
Dit verzamelwerk is de tweetalige vrucht van een collectief onderzoeksproject dat in de schoot van de Belgische afdeling van het Academisch netwerk rond het Europees Sociaal Handvest en de Sociale Grondrechten (Réseau acade´mique sur la Charte sociale europe´enne et les Droits Sociaux) werd verwezenlijkt.
Inhoudstafel
Ten geleide / Introduction
Sébastien Van Drooghenbroeck, Filip Dorssemont & Guido Van Limberghen
Questions institutionnelles / Institutionele vragen
Quelques réflexions sur la contribution de la Charte sociale européenne à l’évolution de certaines controverses sur les droits sociaux
François Vandamme & Régis Brillat
L’internationalisation des droits sociaux fondamentaux. De la paix mondiale à la justice sociale : les origines des la Charte sociale européenne
Pierre-Olivier de Broux
L’effectivité des droits économiques et sociaux entre les mains de nouveaux juges. Etude critique de deux procédures de réclamation internationales
Fanny Declercq & Auriane Lamine
La réception de la « jurisprudence » du Comité européen des droits sociaux par les juridictions européennes
Sébastien Van Drooghenbroeck & Frédéric Krenc
Morceaux choisis sur la justiciabilité des droits sociaux au sein de l’ordre juridique belge : de l’effet direct à la responsabilité civile
Isabelle Hachez & Freek Louckx
Droit de l’OIT et libertés économiques: une tension critique
Jean-Michel Servais
Inhoudelijke aspecten / Aspects substantiels
La Charte sociale européenne et son application aux étrangers en séjour irrégulier
Jean-François Neven & Jérôme Martens
Het grondrecht op wonen: over de (hoge) ambities van het (herziene) Europees Sociaal Handvest
Nicolas Bernard, Bernard Hubeau & Tom Vandromme
Het Europees Sociaal Handvest en het recht op vrijheid van organisatie
Isabelle Van Hiel
Het recht van werknemers op informatie en raadpleging in de onder-neming
Filip Dorssemont & Johan Peeters
Het recht op collectief onderhandelen en het recht op collectieve actie in het Europees Sociaal Handvest
Pieter Pecinovsky
Vrijheid van meningsuiting in arbeidsrelaties: tempus loquendi, tempus tacendi?
Koen Lemmens
La liberté de religion et de conviction dans la relation de travail
Fabienne Kéfer
Le droit au travail librement entrepris (art. 1er, § 2 de la CSE) face aux situations de travail non-protégées par le droit social. Les cas du travail pénitentiaire et des mesures de workfare
Elise Dermine & Vanessa De Greef
Le droit à une rémunération équitable
Jean-Petit Mulume Zihalirwa
Opent het (herziene) Europees Sociaal Handvest voor buitenlanders de toegang tot socialebijstandsregelingen?
Guido Van Limberghen
De bescherming van migrerende werknemers op het gebied van de sociale zekerheid in het (herziene) Europees Sociaal Handvest
Rob Cornelissen
Nieuwe uitdagingen voor de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de arbeidsrelatie
Petra Foubert & Alexander Maes
Biographie des auteurs / Over de auteurs
Reeks Begasoz-Abetrass
MEER INFO
Heeft u vragen over deze reeks? Stuur een mail naar abonnementen@diekeure.be.
Bernard Hubeau studeerde Rechten en Ruimtelijke Planning en Stedenbouw. Zijn doctoraat ging over het grondrecht op wonen en de bevoegdheidsverdeling. Hij werkte achtereenvolgens in de wetswinkel, aan de toenmalige BRT, aan de Universiteit van Utrecht, als Antwerps en als Vlaams Ombudsman, maar vooral aan zijn alma mater, de Universiteit van Antwerpen, waar hij de laatste tien jaar in hoofdzaak rechtssociologie doceerde. Dit vak gaf hij ook lange tijd aan de Vrije Universiteit Brussel.
Zijn onderzoek betreft vooral de sociale werking en de effectiviteit van sociale grondrechten, op het gebied van wonen, armoede en sociaal werk, de juridische bijstand en de toegang tot recht en rechtshulp, de klachtenbehandeling en de ombudsfunctie en ten slotte de geschillenbeslechting, de juridische beroepen en het management van justitie. Maar ook de link tussen recht en literatuur heeft hem steeds geboeid.
Hij is reeds op jonge leeftijd in de ban geraakt van het werk en de persoon van Albert Camus. Vooral zijn eerste roman L’Etranger, verschenen in 1942, heeft een onvergetelijke indruk op hem achtergelaten. Op 4 januari 1960 kwam er abrupt een einde aan het leven van Camus. Hij liet echter het afgewerkte manuscript van een ander prachtig autobiografisch boek achter in het wrak van de auto, Le Premier Homme.
Freek Louckx is Referendaris aan het Hof van Cassatie en professor aan de Vrije Universiteit Brussel.
Johan Peeters studeerde Rechten aan de UAntwerpen en volgde de bijzondere licentie Sociaal Recht aan de VUB. Hij doctoreerde in 2008 over het recht op informatie en raadpleging van werknemers bij herstructurering. Hij doceert momenteel arbeidsrecht en sociale zekerheidsrecht aan de Universiteit Hasselt en de UAntwerpen. Als advocaat is hij verbonden aan de balie te Antwerpen en aan CMS DeBacker.
Pieter Pecinovsky is of counsel at Van Olmen & Wynant, specialised in employment law.
Pieter is fluent in Dutch, French and English. Pieter graduated from the University of Leuven (KU Leuven) as a Master of Laws in 2013. Additionally, he obtained the degree of Doctor of Laws at the University of Leuven (KU Leuven) in 2018. His PhD on EU economic governance and the right to collective bargaining was awarded the ETUC Brian Bercusson Award on European Labour Law 2019.
Currently, Pieter works as a legal advisor (Of Counsel) and knowledge manager at Van Olmen & Wynant. In addition, he is lecturer in social law of the University of Leuven (KU Leuven) and a voluntary assistant at the Institute for Labour Law of the same university. Last year he was invited professor at the Université Catholique de Louvain (UCL).
Pieter Pecinovsky functions as expert in the Advisory Council of Social Criminal Law and is a member of BEGASOZ/ABETRASS (Association of Belgian Professors of Social Law), the Belgian Association of Industrial Relations (BVVA) and the Academic Network on the European Social Charter and Social Rights.
Filip Dorssemont graduated in law (1993, University of Antwerp) and obtained a degree in philosophy (1994, KU Leuven). He is doctor in law (University of Antwerp) based on a thesis in comparative labour law on the legal status of the representative organizations of workers.
He was assistant (1993-2002) at the University of Antwerp and researcher and lecturer at the University of Utrecht (2002-2008). Currently, he is Professor in labour law at UCL.
He has been visiting professor at the University Robert Schumann of Strasbourg (2001); the University of Cassino (2002) and the Università statale di Milano (2008-2009-2010) to teach labour law.
Petra Foubert studeerde rechten aan de UFSIA (nu UAntwerpen) en de KU Leuven. Zij doctoreerde vervolgens aan de KU Leuven op een Engelstalig proefschrift in verband met de juridische bescherming van de zwangere werkneemster (2001). In 1999 behaalde zij ook een LL.M. aan de Harvard Law School (VS). Sinds 2009 is Petra verbonden aan de faculteit Rechten van de UHasselt. Zij doceert er o.m. ‘Beginselen van het recht’ en ‘Advanced employment law’. Haar onderzoek situeert zich in het domein van het (Europees) sociaal recht, met een bijzondere interesse voor non-discriminatie in de arbeidsrelatie.
Fabienne Kéfer est professeur de droit du travail et de droit pénal social. Elle s'intéresse aux questions juridiques qui surgissent dans le relations entre les travailleurs et les employeurs (licenciement, restructurations d'entreprises, discrimination, vie privée, liberté religieuse, etc) ainsi qu'aux infractions commises par les employeurs (travail au noir, fraude sociale, accidents du travail graves, etc.).
Auriane Lamine is a legal scholar who specializes in labour law (PhD Louvain 2016, LLM Harvard 2013) and a philosopher (MA Louvain 2014). She is currently an Associate Professor of law at the Université catholique de Louvain (Belgium) where she teaches International, European and Belgian labour law. She is a member of the CRIDES research center (Centre de recherches entreprise, droit et société, Uclouvain) and an associate fellow of the CERCRID (Université Jean Monnet, Saint-Etienne). Her recent work focuses on the comparative study of collective bargaining systems, the law of multinational firms and transnational company agreements.
Jean-François Neven est actuellement chercheur et professeur à l'Université de Bruxelles (ULB) où il enseigne le droit du travail et le droit de la fonction publique. Il est également chargé de cours à l'Université de Louvain (UCL) où il enseigne le droit de la sécurité sociale. Il est titulaire d'un diplôme en droit (UCL), d'un diplôme en droit social (ULB) et d'un doctorat en droit (Université de Namur).
Rob Cornelissen is a lawyer who has been part-time Guest-Professor “European social security law” at the VUB (Vrije Universiteit Brussel). He is a member of the European Institute for Social Security and a regular speaker at the annual conference of this Institute. http://www.rewi.uni-jena.de http://www.pf.uni-lj.si
Tom Vandromme is post-doc. navorser Universiteit Antwerpen.