Je gebruikt een verouwderde browser. Upgrade je browser voor een betere surfervaring op deze website.

Rechtskroniek voor de Vrede- en Politierechters 2014/ Chronique de droit à l'usage des Juges de Paix et de Police 2014

Op voorraad
291 p.
2014
Boek
Editor(s): P. Lecocq, M. Dambre
Auteur(s): Deguel François, Devos Bert, Fossion A, Yves-Henri Leleu, Regout M, Simar N, Aloïs Van Oevelen, Van Valckenborgh Lieve, Vereecken Stéphane, Wuyts Tim

Dit dossier is niet inbegrepen in het abonnement op het Tijdschrift voor de Vrede- en Politierechters. De abonnees op dit tijdschrift genieten echter wel een korting van 20 % bij aankoop van deze Rechtskroniek.

Dit boek is een accurate, wetenschappelijk onderbouwde en praktijkgerichte toelichting bij nieuwe wetten en ontwikkelingen in rechtspraak en rechtsleer.

De rol van de vrederechter in het nieuwe statuut voor wilsonbekwamen
De wetten van 21 januari 2013 en 17 maart 2013 hervormen op fundamentele wijze de juridische bescherming van meerderjarigen. Voortaan bestaat er slechts één beschermingsstatuut dat het voorlopige bewind, de verlengde minderjarigheid, de gerechtelijk onbekwaamverklaring en de bijstand door een gerechtelijk raadsman vervangt en dat op maat van de situatie gemaakt kan worden. In deze lezing wordt de cruciale rol die aan de vrederechter in het nieuwe beschermingsstatuut wordt toegekend, uitvoerig besproken. Komen o.a. aan bod:

  • de controle op de buitengerechtelijke bescherming
  • de organisatie van een statuut op maat
  • de beoordeling van het belang van de beschermende persoon
  • de conflicten tussen de actoren van het bewind en de rekenschaps- en verantwoordingsplichten.


Predispositie en verergering of verhaasting van voorafbestaande schade: voorbeschiktheid tot verwarring
De bijdrage handelt over de (pathologische) voorbeschiktheid van personen of zaken tot schade en de daarvan te onderscheiden hypotheses (1) verergering van of (2) ‘verhaasting' (versnelling) van een voorafbestaande schadetoestand. De vraag naar de begroting van de schade die de ‘schadeveroorzaker’ moet vergoeden, staat daarin centraal.


Recente wetgevende en jurisprudentiële ontwikkelingen inzake de bevrijdende verjaring in het burgerlijk recht
In deze bijdrage zal worden ingegaan op de volgende onderwerpen :

  • de juridische aard van de bevrijdende verjaring
  • de mogelijkheid om afstand te doen van de verjaring
  • de tienjarige verjaringstermijn voor persoonlijke rechtsvorderingen, andere dan die op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid
  • de dubbele verjaringstermijn voor rechtsvorderingen op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid
  • de vijfjarige verjaringstermijn voor periodiek weerkerende schulden
  • de tweejarige verjaringstermijn van de rechtsvordering van verzorgingsverstrekkers en van verplegings- en verzorgingsinstellingen
  • de stuiting van de verjaring, met inbegrip van de wet van 23 mei
    2013 tot invoering van de verjaringsstuitende ingebrekestelling
  • de schorsing van de verjaring

L’incapacité des personnes majeures : entre le juridique et la pratique
La contribution est un triptyque.

  • Elle comporte une analyse des décisions récentes en matière d’administration provisoire, agrémentée des solutions éventuellement apportées aux controverses par la loi du 17 mars 2013 qui
    réforme les régimes d’incapacités.
  • Dans une deuxième partie, sont présentées 10 nouveautés de cette réforme.
  • Plus pratique, la troisième partie traite du vécu des personnes placées sous protections, en particulier des éventuelles maltraitances qu’elles peuvent subir.

Prédispositions pathologiques et état antérieur : bouteille à encre ?
L’état antérieur et les prédispositions pathologiques ont toujours été source
de difficultés au niveau médicolégal.
L’arrêt récent de la Cour de cassation du 2 février 2011 constitue-t-il dans
cette problématique une évolution ou une révolution ?

Sur les sentiers de la prescription libératoire

  • L’office du juge
  • La péremption du lien d’instance et la rechtsverwerking
  • La loi du 16 juillet 2012 modifiant l’article 2247 du Code civil et la loi du 23 mai 2013 attribuant un effet interruptif à la mise en demeure de l’avocat
  • La notion de marchand au sens de l’article 2272 du Code civil
  • Le champ d’application de l’article 2262bis du Code civil.
ISBN 9789048602483 - Bestelcode 202142101
Rechtskroniek voor de Vrede- en Politierechters 2014/ Chronique de droit à l'usage des Juges de Paix et de Police 2014
€ 79,00
Abonnees € 63,00

Dit dossier is niet inbegrepen in het abonnement op het Tijdschrift voor de Vrede- en Politierechters. De abonnees op dit tijdschrift genieten echter wel een korting van 20 % bij aankoop van deze Rechtskroniek.

Dit boek is een accurate, wetenschappelijk onderbouwde en praktijkgerichte toelichting bij nieuwe wetten en ontwikkelingen in rechtspraak en rechtsleer.

De rol van de vrederechter in het nieuwe statuut voor wilsonbekwamen
De wetten van 21 januari 2013 en 17 maart 2013 hervormen op fundamentele wijze de juridische bescherming van meerderjarigen. Voortaan bestaat er slechts één beschermingsstatuut dat het voorlopige bewind, de verlengde minderjarigheid, de gerechtelijk onbekwaamverklaring en de bijstand door een gerechtelijk raadsman vervangt en dat op maat van de situatie gemaakt kan worden. In deze lezing wordt de cruciale rol die aan de vrederechter in het nieuwe beschermingsstatuut wordt toegekend, uitvoerig besproken. Komen o.a. aan bod:

  • de controle op de buitengerechtelijke bescherming
  • de organisatie van een statuut op maat
  • de beoordeling van het belang van de beschermende persoon
  • de conflicten tussen de actoren van het bewind en de rekenschaps- en verantwoordingsplichten.


Predispositie en verergering of verhaasting van voorafbestaande schade: voorbeschiktheid tot verwarring
De bijdrage handelt over de (pathologische) voorbeschiktheid van personen of zaken tot schade en de daarvan te onderscheiden hypotheses (1) verergering van of (2) ‘verhaasting' (versnelling) van een voorafbestaande schadetoestand. De vraag naar de begroting van de schade die de ‘schadeveroorzaker’ moet vergoeden, staat daarin centraal.


Recente wetgevende en jurisprudentiële ontwikkelingen inzake de bevrijdende verjaring in het burgerlijk recht
In deze bijdrage zal worden ingegaan op de volgende onderwerpen :

  • de juridische aard van de bevrijdende verjaring
  • de mogelijkheid om afstand te doen van de verjaring
  • de tienjarige verjaringstermijn voor persoonlijke rechtsvorderingen, andere dan die op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid
  • de dubbele verjaringstermijn voor rechtsvorderingen op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid
  • de vijfjarige verjaringstermijn voor periodiek weerkerende schulden
  • de tweejarige verjaringstermijn van de rechtsvordering van verzorgingsverstrekkers en van verplegings- en verzorgingsinstellingen
  • de stuiting van de verjaring, met inbegrip van de wet van 23 mei
    2013 tot invoering van de verjaringsstuitende ingebrekestelling
  • de schorsing van de verjaring

L’incapacité des personnes majeures : entre le juridique et la pratique
La contribution est un triptyque.

  • Elle comporte une analyse des décisions récentes en matière d’administration provisoire, agrémentée des solutions éventuellement apportées aux controverses par la loi du 17 mars 2013 qui
    réforme les régimes d’incapacités.
  • Dans une deuxième partie, sont présentées 10 nouveautés de cette réforme.
  • Plus pratique, la troisième partie traite du vécu des personnes placées sous protections, en particulier des éventuelles maltraitances qu’elles peuvent subir.

Prédispositions pathologiques et état antérieur : bouteille à encre ?
L’état antérieur et les prédispositions pathologiques ont toujours été source
de difficultés au niveau médicolégal.
L’arrêt récent de la Cour de cassation du 2 février 2011 constitue-t-il dans
cette problématique une évolution ou une révolution ?

Sur les sentiers de la prescription libératoire

  • L’office du juge
  • La péremption du lien d’instance et la rechtsverwerking
  • La loi du 16 juillet 2012 modifiant l’article 2247 du Code civil et la loi du 23 mai 2013 attribuant un effet interruptif à la mise en demeure de l’avocat
  • La notion de marchand au sens de l’article 2272 du Code civil
  • Le champ d’application de l’article 2262bis du Code civil.


Inhoudstafel

Les innovations de la réforme de la protection des personnes vulnérables
Y.-H. Leleu

Entre protection et liberté, quelle place pour nos aînés ?
A. Fossion

Actualité en matière d’administration provisoire
F. Deguel

De rol van de vrederechter in het nieuwe statuut voor wilsonbekwamen
T. Wuyts

Predispositie en verergering of verhaasting van voorafbestaande toestand: voorbeschiktheid tot verwarring?
St. Vereecken en L. Van Valckenborgh

Sur les sentiers de la prescription libératoire
M. Regout

Recente wetgeving en jurisprudentiële ontwikkelingen inzake de bevrijdende verjaring in het burgerlijk recht
A. Van Oevelen

Dossiers Tijdschrift vrede- en politierechters

MEER INFO

Heeft u vragen over deze reeks? Mail naar abonnementen@diekeure.be.


Aloïs Van Oevelen was na de voltooiing van zijn rechtenstudie (KU Leuven, 1975) eerst advocaat bij de balie te Antwerpen (1975-1977) en nadien assistent aan het departement rechten van de Universiteit Antwerpen (1977-1984), waar hij in 1984 promoveerde tot doctor in de rechten op een proefschrift over "De overheidsaansprakelijkheid voor het optreden van de rechterlijke macht" . Dit proefschrift werd bekroond met de Prijs van het Belgisch Instituut voor Bestuurswetenschappen 1985 en met de Fernand Collin-Prijs 1988.

In 1984 werd hij aan de Universiteit Antwerpen benoemd tot docent, nadien tot hoofddocent (1992) en vervolgens hoogleraar (1994) en gewoon hoogleraar (1997). Aan de Faculteit Rechten van de Universiteit Antwerpen doceert hij thans "Verbintenissenrecht" (tweede bachelor), "Bijzondere overeenkomsten" (derde bachelor) en "Grondige studie verbintenissen- en overeenkomstenrecht" (master).

Aan het Departement en de Faculteit Rechten van de Universiteit Antwerpen oefende hij verschillende beleidsfuncties uit, waaronder die van academisch secretaris (1984-1987), voorzitter van de curriculumcommissie (1993-1997), facultaire coördinator van de onderwijsvisitatie rechten (1995-1996), departements- en faculteitsvoorzitter (1997-2001) en co-voorzitter van het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (CBR) (2001-2012). Thans is hij onderzoeksleider van de onderzoeksgroep “Rechtshandhaving” (sinds 2009) en voorzitter van de examencommissie van de masteropleiding in de rechten (sinds 2006). Aan de Universiteit Antwerpen is hij voorzitter van de Werkgroep Postacademische Vorming (sinds 2005).

Hij publiceerde verschillende boeken en talrijke wetenschappelijke bijdragen over diverse onderwerpen in de domeinen van het algemeen verbintenissenrecht, het aansprakelijkheidsrecht en de bijzondere overeenkomsten.

Sinds 1994 is hij lid van de redactie van het “Rechtskundig Weekblad”. Sedert 1 september 1998 is hij hoofdredacteur.

Yves-Henri Leleu est un spécialiste reconnu du droit des personnes et des familles, et du droit patrimonial des familles.

Publicaties in de kijker

Blijf op de hoogte en schrijf je in op onze nieuwsbrief