Raad van State - Afdeling Wetgeving
15 jaar na de afkondiging van de wet van 4 augustus 1996 rond de bevoegdheden en de werking van de Raad van State, is de context waarin de afdeling Wetgeving optreedt sterk gewijzigd.
- het aantal vragen om advies is exponentieel toegenomen
- de termijngebonden adviesaanvragen – volgens de RvS-Wet slechts bij wijze van uitzondering toegestane – zijn in de praktijk uitgegroeid tot de regel.
Deze ontwikkelingen hebben een aantal zwaarwichtige gevolgen gehad voor de concrete werking en de inrichting van de afdeling Wetgeving en de ermee gerelateerde organen binnen de Raad van State.
Zo werden, om de gewijzigde werkomstandigheden het hoofd te bieden, de samenstelling, de werkwijze en de bevoegdheden van zowel het auditoraat als het coördinatiebureau beter afgestemd op de realiteit.
Voorts heeft het toenemende aantal termijngebonden adviesaanvragen repercussies gehad voor de invulling die de afdeling Wetgeving aan haar adviserende taak dient te geven, in die zin dat diverse adviezen vaak noodgedwongen het resultaat zullen zijn van een onderzoek dat is beperkt tot de zogeheten "drie punten".
Het boek Raad van State – afdeling wetgeving informeert u als lezer over deze geëvolueerde bevoegdheden, samenstelling en werking van de afdeling Wetgeving.
Naast wettelijke kader waarbinnen het handelen van de afdeling Wetgeving dient te worden gesitueerd, beschrijven de auteurs in dit boek op welke wijze de wettelijke bepalingen in de praktijk van het adviseren toepassing vinden.
Zo krijgt u een duidelijk zicht op de manier waarop de afdeling Wetgeving zich in de dagelijkse praktijk van haar taken kwijt.
15 jaar na de afkondiging van de wet van 4 augustus 1996 rond de bevoegdheden en de werking van de Raad van State, is de context waarin de afdeling Wetgeving optreedt sterk gewijzigd. Deze ontwikkelingen hebben een aantal zwaarwichtige gevolgen gehad voor de concrete werking en de inrichting van de afdeling Wetgeving en de ermee gerelateerde organen binnen de Raad van State. Zo werden, om de gewijzigde werkomstandigheden het hoofd te bieden, de samenstelling, de werkwijze en de bevoegdheden van zowel het auditoraat als het coördinatiebureau beter afgestemd op de realiteit. Voorts heeft het toenemende aantal termijngebonden adviesaanvragen repercussies gehad voor de invulling die de afdeling Wetgeving aan haar adviserende taak dient te geven, in die zin dat diverse adviezen vaak noodgedwongen het resultaat zullen zijn van een onderzoek dat is beperkt tot de zogeheten "drie punten". Het boek Raad van State – afdeling wetgeving informeert u als lezer over deze geëvolueerde bevoegdheden, samenstelling en werking van de afdeling Wetgeving. Naast wettelijke kader waarbinnen het handelen van de afdeling Wetgeving dient te worden gesitueerd, beschrijven de auteurs in dit boek op welke wijze de wettelijke bepalingen in de praktijk van het adviseren toepassing vinden. Zo krijgt u een duidelijk zicht op de manier waarop de afdeling Wetgeving zich in de dagelijkse praktijk van haar taken kwijt.
Inhoudstafel
HOOFDSTUK I Inleiding
HOOFDSTUK II De organisatie van de afdeling Wetgeving
§ 1. De staatsraden
§ 2. De assessoren of bijzitters
§ 3. De auditeurs, referendarissen en documentalisten
A. De bijdrage van het coördinatiebureau tot de adviespraktijk
a) De vroegere rol van het coördinatiebureau
b) De huidige rol van het coördinatiebureau
B. De secties “Wetgeving” in het auditoraat
§ 4. De griffie
§ 5. Mogelijke formaties
A. Gewone samenstelling
B. Gereduceerde samenstelling
C. Verenigde kamers
D. Algemene vergadering
HOOFDSTUK III Het verloop van de werkzaamheden in de afdeling Wetgeving
§ 1. Het indienen van de adviesaanvraag
A. Vereiste vermeldingen
B. De gemachtigde ambtenaar
C. De taal van de ontwerptekst
D. Vragen en reeds om advies voorgelegde ontwerpteksten
§ 2. Inschrijving op de rol en verdeling der zaken
§ 3. Het voorbereidend onderzoek
A. De documentatienota
B. Het verslag van het auditoraat
§ 4. De zitting
A. Concrete werkwijze
B. Het ontwerpadvies
§ 5. Eventuele vertaling van het advies: de Dienst voor de Overeenstemming der Teksten
§ 6. De openbaarheid van de adviezen
HOOFDSTUK IV De adviesbevoegdheid van de afdeling Wetgeving
§ 1. Overzicht
§ 2. Een uitsluitend toegewezen bevoegdheid
A. Principe
B. Een casus: grondwetswijzigingen
§ 3. De adviesbevoegdheid over ontwerpteksten
A. Het criterium van de aard van de ontwerptekst
a) Begrip
b) Officieuze teksten
c) Reeds bestaande normen
d) Verplichte en facultatieve raadpleging
B. Ontwerpteksten van wetgevende aard
a) Soorten
b) Voorontwerpen van wet, decreet of ordonnantie
1. Principe van de verplichte raadpleging
2. Uitzonderingen
2.1. Het wetsbegrip in formele en materiële zin
2.2. Een tussenliggende categorie: de goedkeuring van internationale akten en samenwerkingsakkoorden
2.3. Andere van het raadplegingsvereiste vrijgestelde voorontwerpen
2.4. Het inroepen van de “hoogdringendheid”
2.4.1. Principe
2.4.2. Temperingen
c) Ontwerpen van wet, decreet of ordonnantie
d) Voorstellen en amendementen op ontwerpen en voorstellen
1. Facultatief karakter
2. Temperingen
2.1. Op verzoek van ten minste een derde van de leden
2.2. Op verzoek van de meerderheid van de leden van een taalgroep
2.3. Op verzoek van ten minste twaalf leden van de parlementaire overlegcommissie
C. Ontwerpteksten van reglementaire aard
a) De beoogde besluiten
b) De notie “reglementair besluit”
c) Een bijzonder geval: de koninklijke besluiten tot algemeenverbindendverklaring van cao’s
d) Het inroepen van de hoogdringendheid teneinde geen advies te moeten inwinnen
1. De periode vóór 1980
2. De periode vanaf 1980: uitdrukkelijke motivering
2.1. Begrip
2.2. Formele en materiële vereisten
2.3. Het alternatief van het spoedeisend advies
2.4. Indicaties voor het al dan niet bestaan van de hoogdringendheid
2.4.1. De administratieve voorbereiding
2.4.2. Het tijdsverloop tussen ondertekening en bekendmaking
2.4.3. De datum van inwerkingtreding
2.4.4. De laattijdige uitvoering van een wet, decreet
of ordonnantie
HOOFDSTUK V Het advies van de afdeling Wetgeving
§ 1. Kenmerken van het advies
A. Juridisch advies
B. Beredeneerd advies
C. Niet-bindend advies
§ 2. Draagwijdte van het advies
A. Controle van de vormvoorschriften
B. Onderzoek van de wettigheid
a) Bevoegdheid en rechtsgrond
1. Overeenstemming met internationaal- en constitutioneelrechtelijke normen
2. Overeenstemming met de wet, het decreet of de ordonnantie
2.1. Delegatie van verordenende bevoegdheid aan de Koning of een regering
2.2. Delegatie van verordenende bevoegdheid aan een
minister
2.3. Delegatie van verordenende bevoegdheid aan ambtenaren en openbare instellingen
2.4. Een bijzonder geval: een begrotingswet of -decreet als rechtsgrond
2.5. Het vereiste van de effectief bestaande rechtsgrond
b) De juridische coherentie
1. Externe coherentie
2. Interne coherentie
2.1. Structuur en indeling
2.2. Legistiek en taal
§ 3. De termijn voor het uitbrengen van het advies
A. Principe
B. Uitzonderingen
a) Algemeen
b) Vijf werkdagen
1. Het oude artikel 84 RvS-Wet: veelvuldige toepassing van de “driedagentermijn”
2. Tanende toepassing van de “driedagentermijn” ingevolge de wet van 4 augustus 1996
3. “Vijf werkdagen” sinds de wet van 2 april 2003
4. Verplichte motivering
5. Beperkt onderzoek
c) Dertig dagen
d) Zestig dagen
e) Acht werkdagen
f) Vijftien dagen
C. Sancties bij overschrijding van de termijn door de afdeling Wetgeving
§ 4. Sancties bij niet-naleving van de adviesverplichting
A. Teksten van wetgevende aard
B. Teksten van reglementaire aard
HOOFDSTUK VI Overige bevoegdheden van de afdeling Wetgeving
§ 1. Preventie en opsporing van bevoegdheids- en belangenconflicten
§ 2. Coördinatie, codificatie en vereenvoudiging van normatieve teksten
§ 3. De redactie van bepaalde normatieve teksten
BIJLAGEN
Bijlage I – Voorbeeld van een documentatienota
Bijlage II – Vergelijking van om advies voorgelegde teksten
Bijlage III – Evolutie van de adviesaanvragen (termijn)
Bijlage IV – Evolutie van de adviesaanvragen
Bijlage V – Evolutie van het aantal uitgebrachte adviezen
Trefwoordenregister
Nuttige internetadressen
Bibliografie
Reeks Administratieve Rechtsbibliotheek
Heeft u vragen over deze reeks? Mail naar abonnementen@diekeure.be.
Benny De Sutter is adjunct-auditeur in de Raad van State.
Marnix Van Damme is kamervoorzitter in de Raad van State en buitengewoon hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel.