Uitdrukkingen en gezegden met een historische achtergrond
Er bestaan heel wat verschillende spreekwoorden en gezegden. Zowel in het basisonderwijs als het secundair onderwijs komen ze uitgebreid aan bod. Toch heeft elke uitdrukking zijn eigen afkomst en zijn eigen verhaal in de geschiedenis. Zo bestaan er uitdrukkingen van eeuwen oud. We draaien even de klok terug en overlopen drie spreekwoorden en hun historische betekenis.
Alle gekheid op een stokje
.jpg "Nar")
De eerste uitdrukking is afkomstig uit de Middeleeuwen/Renaissance. Het stokje waarnaar verwezen wordt, is de typische 'marot' of 'gekstok' van de nar. Narren droegen in die tijd een bonten pak met puntige lapellen, een narrekap met belletjes of een kap met ezelsoren.
Met de uitdrukking wordt bedoeld dat alle gekheid aan de kant geschoven wordt en men de zaken even serieus moet nemen, dit met een knipoog naar een nar.
De (Gordiaanse) knoop doorhakken
.jpg "Touw")
Deze uitdrukking stamt af uit de tijd van Alexander de Grote (356-323 VC). In Gordium stond een tempel ter ere van de Griekse oppergod Zeus met daarin een ingewikkelde knoop, die onmogelijk ontward kon worden. Of volgens het orakel enkel door de heerser van de wereld ...
Toen Alexander de Grote aankwam in de tempel lukte het hem niet de knoop te ontwarren, daarom nam hij zijn zwaard en hakte de knoop door. Hiermee ontstond niet enkel de uitdrukking maar werd Alexander de Grote volgens het orakel ook heerser van wereld.
Op rozen zitten
.jpg "Rozen")
Dit spreekwoord is ontstaan uit de Oudheid/Middeleeuwen.
Mensen sliepen in die tijd op de grond, op stro. Alleen de rijken hadden soms de luxe en konden het zich veroorloven om op rozen te slapen, wat veel zachter & comfortabeler was.
Het 'op rozen zitten' biedt je dus een positieve positie, wat je eigenlijk niet verwacht als je denkt aan rozen met de typische doorns.