Wouw bevat een sterke leerlijn: leren leren en evaluatie
Op het einde van een thema bevat Wouw zowel een open- als een geslotenboektoets. De toetsen zijn rechtstreeks gelinkt aan de studiewijzer van het werkkatern. De leerlingen krijgen dus vooraf zicht op de manier waarop de inhouden en vaardigheden straks worden bevraagd. Met een oefentoets kunnen ze digitaal nagaan in hoeverre ze voorbereid zijn.
Aanvullend bevat Wouw ook een aanbod van zelfevaluatie en observatiemogelijkheden om de leerlingen in hun brede ontwikkeling te volgen, ondersteunen en stimuleren.
Herhalingsmoment
Studiewijzer
Oefentoetsen
Open- en geslotenboektoetsen
Rubrics
Zelfevaluatie
Herhalingsmoment met quiz
- Elk thema sluit af met een klassikaal herhalingsmoment.
- In de vorm van een quiz worden in 10 vragen de hoofddoelen van het thema herhaald.
Studiewijzer
Wouw 1-2-3
- Het werkboek eindigt met een aantal herhalingsoefeningen die de inhoud van het thema
herhalen. De leerlingen denken nog even na over wat ze in dit thema allemaal leerden
(kennen). - De leerlingen kleuren het blanco bolletje bij het nummer van elke opdracht volgens de
eenvoudige legende: Ik weet / Ik begrijp - In de handleiding krijgt de leerkracht een indicatie van hoe hij of zij iedere opdracht kan
inkleuren. - Oranje opdrachten worden als kennis bevraagd op een toets, groene opdrachten als
toepassing waarbij het begrijpen wordt geëvalueerd.
Wouw 4-5-6
- Het werkboek eindigt met een studiewijzer.
- De studiewijzer maakt een onderscheid tussen leerstof die te kennen is en leerstof die te begrijpen is.
- Bij elk item wordt ook een tip gegeven hoe de leerlingen dat kunnen studeren.
Oefentoetsen
- Bij elk Wouw-thema hoort een digitale oefentoets.
- De leerling gaat na of hij of zij klaar is voor de klassikale toets door de oefentoets te
maken. - De vragen zijn representatief voor de toets die in de klas volgt.
Open- en geslotenboektoetsen
- De toetsen zijn gelinkt aan de studiewijzer van het werkboek.
- De geslotenboektoets evalueert kennis.
- De openboektoets evalueert vaardigheden, peilt naar inzichten en oefent het gebruik
van bronnen.
Rubrics
- In de Wouw-acties ontwikkelen de leerlingen zich op veel vlakken. Ze tonen dat ze de
verworven kennis en vaardigheden kunnen toepassen in nieuwe contexten. Ze gaan
actief aan de slag, samen met anderen en komen tot een unieke output. - Voor de lesfase van de Wouw-actie reikt Wouw een observatie-instrument aan
waarbij we voor elk thema 3 (1e graad), 4 (2e graad) of 5 (3e graad) rubrics selecteerden. - Wouw werkt met een beperkte set rubrics die terugkeren binnen de graad en
evolueren over de graden heen. Zo is de leerkracht goed in staat om evolutie in de
ontwikkeling van de leerlingen in kaart te brengen. - De rubrics zijn gebundeld in vijf rubrieken: onderzoeksvaardigheden / metacognitieve vaardigheden / sociale vaardigheden / spreekvaardigheden / mediavaardigheden
Zelfevaluatie
- Naast het observeren door de leerkracht, voorzien we in elke Wouw-actie ook een
moment tot zelfreflectie en -evaluatie. - Via het boek-e roept de leerkracht een spiegel op. In de spiegel worden de 3, 4 of 5
reflectievragen van het thema geprojecteerd. - Elke leerling antwoordt op een briefje voor zichzelf. Elke leerling bewaart zijn of haar
evaluatiefiche in een persoonlijke enveloppe of mapje. - Bekijk enkele voorbeelden:
Wouw 1 thema 1
Wouw 1 thema 2
Wouw 1 thema 4
Wouw 1 thema 8
Wouw 2 thema 4
Wouw 3 thema 6
Wouw 4 thema 2